DOODSGROEVE, DE

Terry Williams komt naar Babcock, een klein plaatsje in Schotland, om daar de draad van haar wetenschappelijke carrière weer op te pakken. Ze doet onderzoek naar de levensloop van Catherine McCulloch, die in de zeventiende eeuw werd beschuldigd van hekserij en op de brandstapel belandde. Als belangrijkste bron gebruikt Terry brieven die door deze vrouw geschreven zijn. Hieruit zou ze moeten kunnen opmaken of Catherine zich inderdaad bezighield met duistere praktijken of dat haar lesbische geaardheid de oorzaak van haar gruwelijke dood is geweest. Kort nadat Terry is gearriveerd, wordt in een groeve het stoffelijk overschot gevonden van een jonge vrouw. Het is het lijk van Donna Fairhead, lid van de Wicca's - een leefgemeenschap van moderne heksen, die bij sommige inwoners van Babcock gewelddadige gevoelens oproept. Later worden er nog meer menselijke resten in de doodsgroeve ontdekt. Wanneer Terry de brieven eenmaal heeft ontcijferd, blijkt Catherines rol in dit drama groter te zijn dan iemand ooit heeft kunnen vermoeden. Het dodental blijft stijgen en daardoor realiseert Terry zich dat de moordenaar nauw betrokken is bij een zeer oud mysterie, waarbij zijzelf wéleens het volgende slachtoffer zou kunnen zijn...